Actief oplosmiddel met zeer effectieve additievencombinatie. Verontreinigingen en afzettingen uit het dieselaanzuigcircuit en van de gaskleppen. Lost alle verontreinigingen op zoals olie, hars, roet enz. en verwijdert deze. Garandeert de werking van bewegende delen en verhoogt de bedrijfszekerheid van dieselmotoren.
Voor de reiniging van het gehele aanzuigsysteem. Aanbevolen voor preventief gebruik bij inspecties. Geschikt voor voertuigen met AGR-klep (uitlaatgasterugvoerklep) en DPF (dieselpartikelfilter). Alleen voor gebruik in dieselmotoren!
Eigenschappen
- Optimaliseert economische toepassingen
- Eenvoudig toe te passen
- Reiniging zonder demontage mogelijk
- Geschikt voor roetfilters
- Snelle reiniging
- Goede reiniging
Verwijzing
Sproeikop na de montage niet van het blik verwijderen.
Gebruik
- Maak toegang tot het aanzuigsysteem. Dit moet zo dicht mogelijk bij de motor en achter de luchtmassameter liggen.
- Start de motor om met het reinigen te beginnen.
- Als de motor het toerental niet kan handhaven of niet kan worden gestart terwijl de aanzuigbuis is losgekoppeld, de stekker van de luchtmassameter bij uitgeschakeld contact scheiden. In dit geval moet de opgeslagen fout na reiniging uit de motorregeleenheid worden verwijderd met behulp van een geschikt diagnose-apparaat en kan de luchtmassameter evt. nieuw worden aangeleerd.
- De aanzuigsysteemreiniger diesel via de spuitsonde in korte intervallen van 2-3 sec. bij min. 2.000 toeren in het aanzuigsysteem spuiten.
- Beweeg de sonde heen en terug om het gehele inlaatkanaal te reinigen.
- Als tijdens het aanbrengen een toerentalverhoging van meer dan 1.000 toeren optreedt, stop dan onmiddellijk met spuiten.
- Houd er rekening mee, dat de aanzuigsysteemreiniger diesel niet in contact mag komen met de luchtmassameter of met geverfde componenten.
- Bij hardnekkige afzettingen op de AGR-klep, in de inlaatbocht of bij de inlaatkleppen kan het reinigen met een tweede blik worden herhaald. De sproeikop na de montage niet van het blik verwijderen.
- Na gebruik van de motor gedurende ongeveer 20 sec. bij minimaal 2.000 toeren laten lopen om resterende hoeveelheden in het inlaatsysteem te verbranden.